Hoe het allemaal begon

Hoe het allemaal begon

Het was al weer even geleden sinds mijn laatste bericht in deze categorie, en zoals ik eerder al had vermeld is het de bedoeling om hier ervaringen, gedachten en reflecties te delen, als en wanneer ik me daar goed bij voel. Hoewel ik voor mezelf de burnout als min of meer onder controle “verklaard” heb besef ik dat hij verre van volledig achter me ligt. Ik ben er zelfs niet zeker van of dat ooit het geval zal zijn, en of ik dat überhaupt zou willen. Dat mag misschien wat vreemd klinken, maar ik heb zoveel geleerd uit mijn burnout, over mezelf, over hoe beter voor mezelf te zorgen en over de dingen die belangrijk of minder belangrijk zijn in het leven. In die zin probeer ik ook vast te houden aan de “goede gewoonten” die ik mezelf eigen gemaakt heb in die periode, zoals wandelen bijvoorbeeld. Ik heb daar eerder al wat foto’s van gepost in de Walking treasures post in dezelfde categorie. Tegenwoordig wandel ik elke ochtend 5 km naar het werk en elke avond weer terug. Ik ben immers gaan beseffen hoe wandelen voor mij perfect is om mijn hoofd leeg te maken en wat gezonde beweging te hebben. De beste manier om dit vol te houden voor mij was om dit dagelijks ritueel deel van mijn vaste routine te maken. So far so good, and we walk on…

Wat ik hier vandaag eveneens wou toelichten (zonder al teveel in detail te gaan) is hoe het allemaal begon. In het najaar van 2020 had ik de slechte gewoonte om 60 uren op weekbasis te werken. Ik deed dat op dat moment al een 2 tot 3 jaar, en zette daarvoor vele andere dingen in het leven opzij. In die dagen was ik actief op een onderzoeksproject dat ultiem naar een start-up moest leiden. We deden dat werk met een beperkte ploeg in die tijd, maar om het bedrijf van de grond te krijgen en investeringen op te halen deden we er allemaal alles aan om vooruit te geraken. Mensen zeiden in die periode vaak tegen mij dat ik te hard ging, dat ik overdreef. Dat ging van familie over vrienden tot collega’s die wel inzagen wat ik met mezelf aan het doen was, maar ik bleef hen en mezelf wijsmaken dat ik het wel aankon. Ik kon dit nog wel enkele jaren volhouden en dan ging alles beter worden. Dit valt het best te omschrijven als de ontkenningsfase. Je bent nooit door mentale problemen moeten gaan en je beschouwt jezelf op een of andere manier onoverwinnelijk. In de weken en maanden voor de finale crash waren er een hoop signalen dat alles niet in orde was. Signalen die je wel waarneemt, maar die je op een of andere manier gewoon negeert. Soms ging dat om vertroebeld zicht, gebrek aan concentratie, hoofdpijn, tinnitus, slechte slaap en vermoeidheid. Die combinatie resulteert uiteraard in verminderde productiviteit op het werk, en om dat te compenseren doe je wat je altijd doet, meer werken! Je kan hier uiteraard al een vicieuze cirkel opmerken, eentje die uiteindelijk gaat ontsporen. Ik beweer ook niet dat ik door mijn collega’s gevraagd werd om te doen wat ik deed, de hoofdoorzaak was dat ik mezelf hiertoe dwong en dit ook wou doen. Burnouts gebeuren overigens hoofdzakelijk bij mensen die (te) geëngageerd zijn met hun job en die vaak ook perfectionistisch zijn. Ik wil niet pretentieus klinken uiteraard, maar ik geloof dat ik daar destijds het proto-type van was.

Ik ben helemaal niet bijgelovig, maar ik zal nooit vergeten wanneer ik tegen de muur geknald ben, op vrijdag de 13de November. Omdat de 11de een nationale feestdag is hier, had ik eveneens maandag en dinsdag vrijaf genomen die week, omdat ik het gevoel had dat ik wat rust nodig had. Desalniettemin ben ik de tweede werkdag na die korte pauze toch gecrasht, tijdens mijn laatste online meeting van de dag, het waren immers nog COVID tijden. Ergens in het midden van de vergadering schakelde ik mentaal volledig uit, ik verloor de mogelijkheid om te kunnen spreken. Ik kon nog (deels) horen wat er gezegd werd, maar het was gewoon achtergrondgeluid dat nergens geregistreerd werd. Ik heb daar nog uren voor een lege teams call gezeten, en als ik dan eindelijk terug bij mezelf leek te komen zag ik een slide van mezelf die al enkele uren op het scherm getoond was. Ik wist op dat moment niet wat er aan de hand was, en het was pas de volgende ochtend als ik wakker werd met een lichte kater dat ik besefte dat dit geen gewone kater was. Er was een leegte binnenin die ik nooit eerder gevoeld had, zelfs niet na een zware relatiebreuk of iets dergelijks. It voelde raar, heel raar. Maar ik besefte wel meteen wat er aan de hand was. Ik had een burnout, zo voelt dat dus? Veel mensen hebben me overigens gevraagd of de burnout niet samenhing met COVID en het bijbehorende thuiswerk. Ik ben er vast van overtuigd dat deze situatie geen positieve invloed had op het geheel der dingen, en dat het mogelijk het proces versneld heeft. Desalniettemin ben ik ervan overtuigd dat ook zonder dat virus het maar een kwestie van tijd zou geweest zijn voor alles op hetzelfde zou zijn uitgedraaid.

De eerste week daarna heb ik letterlijk geen enkele minuut geslapen. Ik was ontzettend moe, maar het lukte gewoon nooit om de slaap te vatten. Uiteraard neemt zulk slaaptekort je gewoon mee naar nog donkerdere plaatsen dan waar je je reeds bevond. Ik ben niet echt een dichter, maar in die beginperiode heb ik ooit in een gedicht mijn gevoelens proberen te bundelen, enkele weken na de initiële crash. Het origineel (links) is in het Engels geschreven, de Nederlandse vertaling (Rechts) rijmt niet maar geeft wel de boodschap mee.

You run, you run for years on end,
and suddenly you miss one bend.
You end up crashing against a wall,
and suffer the inevitable fall.


Suddenly you’ve stopped racing,
and wonder what the hell you’re facing?
Inside this dark and empty hole,
you wonder if anything is worth this all?


Dark and grey clouds trouble your head,
while inside you, all seems dead. 
The road ahead seems bumpy and rough,
the choices to be taken tough.


Yet forward seems to be the only way,
With demons that just want to stay. 
You realise you’ll have to fight them all,
but the timing ain’t your call…
Je loopt, je loopt voor jaren aan een stuk,
en plots ga je uit de bocht.
Je crasht tegen een muur,
en doorstaat de onvermijdelijke val.

Plots ben je gestopt met lopen,
en vraag je je af wat er voor je ligt?
Midden in dit donkere en lege gat,
stel je je de vraag of iets dit allemaal waard is?

Donkere en grijze wolken vertroebelen je hoofd,
terwijl diep van binnen alles dood lijkt.
De weg vooruit lijkt hobbelig en ruw,
de keuzen om te maken lijken moeilijk.

Toch lijkt vooruit de enige weg,
met demonen die gewoon willen blijven.
Je beseft dat je ze allemaal zal moeten bevechten,
maar dat je over de timing geen controle hebt…

Tot op vandaag vind ik dat dit gedicht mijn gevoelens tijdens de eerste weken van de burnout goed samenvatten. Ook de rest bleek vrij accuraat, vele open vragen, vele onbekenden en het besef dat het allemaal wel even zou duren. Tegelijkertijd was er ook al wat optimisme, het gevoel “What doesn’t kill you makes you stronger” was er op een of andere manier al. Ik denk dat ik het hierbij min of meer zal laten voor vandaag, meer van de geleerde lessen komen er in de toekomst aan.

Het helpt mij zelf om deze verhalen neer te schrijven, wanneer ik me daar goed bij voel. Ik hoop dat sommige van deze woorden wat inzicht kunnen geven in de problematiek van een burnout, en dat ze kunnen inspireren om vooruit te kijken. Tegelijkertijd besef ik dat een burnout voor iedereen anders is, aangezien het door zoveel factoren geïnduceerd kan worden en iedereen er ook anders op reageert. Vanaf het begin ben ik heel open geweest rond wat er gebeurd was en ik sprak erover met familie, vrienden en collega’s, dat leek voor mij het juiste om te doen. Ik was er op dat moment ook van verbaasd hoeveel mensen me contacteerden die vergelijkbare ervaringen hadden (of nog soms hebben). Zo veel mensen die me dat vooraf ook nooit verteld hadden. Sommigen onder hen zijn van vitaal belang geweest om mijn weg te vinden naar een nieuw normaal (nee, niet die nonsens waar ze het tijdens COVID over hadden, een echt normaal), en ik kan hen daar niet genoeg voor bedanken. De mensen in kwestie weten zelf wel over wie ik het heb, ik ga geen namen vernoemen hier.